Lume e colore

Een programma van Italiaanse en Engelse madrigalen

In de muziekgeschiedenis kent men het begrip "Transalpina" al vanaf de trek van noordelijke componisten naar het Italiaanse schiereiland. Johannes Ciconia is in de Ars Nova traditie zeker de meest bekende componist, die vanuit Luik naar Italië vertrekt en daar ook overlijdt. In de 15e en 16e eeuw krijgt hij steeds meer navolgers. Het einde van de 15e eeuw is een komen en gaan van Picardische, Vlaamse en Bourgondische musici naar over de Alpen. Deze trek naar de stadsstaten op het schiereiland, zoals naar Mantua, Ferrara, Milaan en Venetië vindt zijn hoogtepunt in de 16e eeuw.      

De invloed van deze componisten uit de zogenoemde Franco-Vlaamse polyfone traditie was enorm invloedrijk. Componisten als Josquin des Prez, Jacob Obrecht, Adriaan Willaert en Cypriano de Rore bepaalden lange tijd het muziekleven in een groot deel van Europa. Vanaf het midden van de 16e eeuw wordt de niet-geestelijke muziek aan de - Italiaanse - hoven van steeds grotere importantie; langzamerhand verliest de polyfone stijl haar leidende functie en nieuwe Italiaanse componisten zoeken een nieuwe stijl. De jonge Italianen leren snel van hun Vlaamse meesters en er ontstaat een nieuwe generatie die veelal wereldlijke muziek in de vorm van het madrigaal kiest om nieuwe compositorische elementen in te zetten. De poëtische teksten, die de componisten gebruiken om beeldtaal om te zetten in muziek, zijn voor toonkunstenaars als Andrea Gabrieli, Giaches Wert, Luca Marenzio en Claudio Montverdi reden om de oude stijl "stile antiche" te verlaten en vormen zo een brug naar wat we nu verstaan onder de "stile nuovo".

Inmiddels vinden ook Italianen hun weg naar andere Europese hoven, waarbij aan het Engelse hof in de tweede helft van deze eeuw Italiaanse culturele uitingen populair waren. Ook Italiaanse madrigalen, met hun rijke klankkleur, bereikten Engeland, waardoor de Engelse smaak zeer werd beïnvloed. Een van de meest belangrijke invloeden is zeker geweest de uitgave van Nicolas Yonge in 1588: Musica Transalpina, een bloemlezing van bestaande Italiaanse madrigalen, gezet op engelse teksten. Het engelse (componisten)verkeer naar Italië was echter nog niet zo groot, in tegenstelling tot b.v. de Duitsers zoals Hassler, Schütz, dat de Engelse reactie zo'n zestig jaar later dan het Italiaanse beginmodel plaatsvond. De "fine fleur" van de Italiaanse componisten zijn in de Musica Transalpina vertegenwoordigd, van Marenzio tot da Palestrina, van de Monte tot Wert.

In ons programma keren wij terug naar de late 16e eeuw, en laten de toehoorders een bloemlezing horen van de bloeitijd van het Italiaanse en Engelse madrigaal. Als intermezzi worden clavercimbelwerken gespeeld van componisten die al met vocale werken in ons programma figureren.

Bezetting

superius: Renée Kartodirdjo, Ildikó Hajnal, Jojanneke Nijdam
contratenoren: Ján Janovčík, Marianne Salden,
tenoren: Martijn Verbrugh, Ludy Vrijdag, Eelco Kooiker
bassi: Stephan van der Maas, Paul Fischer
clavecimbel: Eelco Kooiker

algehele leiding: Ludy Vrijdag

Concerten

Januari 2010
zondag 17 - Het Witte Kerkje, Hoofdstraat 1, Terheyden om 15.30 uur

Maart 2010

zondag 21 - Oude Willibrorduskerkje, Markt, Waalre om 15.00 uur

Oktober 2010
vrijdag 15 - Utrecht, Pieterskerk om 20.15 uur 
zaterdag 16 - Festival oude muziek hoorn, Oosterkerk om 20.00 uur
zondag 17 - Groesbeek, Protestantse Kerk om 16.00 uur