La Perfection de la musique

Frankrijk in de 17e eeuw. Aan het hof van Versailles zijn enkele grote componisten als Lully, Couperin en Marais in dienst van Lodewijk XVI. Allen borduren in hun composities voort op de weg die Lully is ingeslagen. En terwijl in Italië de viool al een vooraanstaande plaats heeft als zelfstandig solo-instrument, blijft men in Frankrijk bijna halsstarrig vasthouden aan een eigen stijl waarbij de viool wordt beschouwd als instrument voor minstrelen en voor dansmeesters en huispersoneel. De adel speelde luit of viola da gamba!
Aan het einde van zijn leven componeert Couperin echter twee werken waarin hij zijn (muzikale) gedachten over een verzoening tussen de rivaliserende Franse en Italiaanse muziekstijl weergeeft. Apotheose de Lully,  een programmatisch werk, vertelt het verhaal van de aanvaarding van Lully op de Parnassus, zijn ontmoeting aldaar met Corelli (de grondleggers van de rivaliserende Franse en Italiaanse stijlen), en Apollo's overtuiging hen te bewegen tot een verzoening van de twee stijlen omwille van 'la perfection de la Musique'.
In het programma wordt de tegenstelling tussen de Italiaanse en Franse stijl getoond met werken van o.a. Corelli en Mancini (Italië) en Marais en Couperin (Frankrijk). Afgesloten wordt met de Apothéose de Lully waarin beide stijlen verenigd worden.

Programma
Trio's de la Chambre du Roi (Jean-Baptiste Lully)
Sonata VIII (Arcangelo Correlli)
Prelude, Allemande (Marin Marais)
Sonata II (Francesco Mancini)
Passacaille (Louis Couperin)
Sonata a 4 (Arcangelo Corelli)
Apothéose de Lully (François Couperin)

Concerten

21 maart 2014, Veldhoven
15 november 2015, Huize Wylerberg (Beek-Ubbergen)